
Deze postkaart gunt ons een blik op het interieur van de Markegemse kerk in 1908. Pastoor Polydore-Isidoor Blomme (Boezinge, 1852 – Gent, 1918) was toen de dienstdoende priester. Twee jaar daarvoor had hij de Dentergemnaar Modest Galle de kerk laten schilderen. Het ziet er daarom allemaal piekfijn uit.
Bemerk hoe de kerkstoelen “knielensklaar” staan. Het hoofdaltaar is afgeschermd door een balustrade van het gelovig volk. Een scherp oog ziet ook het koord om de klok te luiden; een plezier voor de misdienaar.
Op het voorplan is het niet patrones Lucia maar de heilige Barbara (met haar toren) die de gelovigen indringend om een offerande in klinkende munt verzoekt. Van deze heilige bezat de kerk ook een relikwie. Het beeld werd in 1866 aangekocht voor 123,5 frank aangekocht door pastoor Jacobus Erkelbout. De rijk gevulde offerblokken waren meermaals de prooi van inbrekers zodat de pastoor uiteindelijk een brandkast mocht plaatsen in de sacristie.
De inrichting van de kerk is altijd een puzzel gebleven. De brede zuilen die de kerktoren stutten, belemmeren het zicht. Pastoor Jean Botte verhuisde het altaar naast de preekstoel. Zijn opvolger Karel Traen installeerde een altaar tussen de twee beuken en preekte voor de zuilen. Tegenwoordig bevindt het altaar zich in het midden van de zuidelijke beuk. Het blijft schipperen in deze kleine kerk.
De Mandelbode, juli 2024