In het kader van de Frans-Spaanse Oorlog (1635-1659) eiste de Franse koning Vlaanderen op. Hij viel het graafschap binnen maar botste op hevig verzet van de Spaanse troepen. Langs de hele grens werd gevochten en op 13 juni 1646 begon de belegering van Kortrijk. Spaanse troepen zaten verschanst achter de stadsmuren terwijl twee grote Franse legers de stad omsingelden. Er waren vele gevechten en beide machten waren aan elkaar gewaagd. Uiteindelijk capituleerde het Spaanse garnizoen op 28 juni in een verdrag dat mee werd ondertekend door Frankrijk.
(Uit https://nl.wikipedia.org/wiki/Citadel_van_Kortrijk)
(1865)
Gevraagd naar de verliezen in Markegem ten gevolge van dit conflict antwoordden de baljuw en de schepenen, net zoals hun collega’s in de kasselrij Kortrijk, dat ze na de doortocht van het koninklijk leger volledig aan de grond zaten en onmachtig waren ook maar een bijdrage in de vorm van belasting te leveren.
(1865)
Wisten ze veel dat de volgende decennia een trieste opeenvolging van oorlogen zouden worden met dood, vernieling en contributies.
Want in deze wereld is niets zeker, behalve de dood en belastingen.
Referenties
- Dorpsgeschiedenis p. 128-129