Utenhove

Het wapenschild van de familie Utenhove

Niklaas Utenhove (1370-1458)

Niklaas (Clais) Utenhove (geboren omstreeks 1370) trouwt in 1396 met Catharina de Jonghe. Vertrekt daarna op kruistocht naar het Oosten. In Nicopolis wordt hij gevangengenomen en kan pas na zeven jaar naar huis terugkeren. Een verhaal dat bezongen wordt in de Bourgondische Decamerone. Catharina sterft in 1406. Clais huwt in 1407 met Anna van Messem. In datzelfde jaar verwerft hij de heerlijkheid ter Hoyen. Zijn kleinzoon Niklaas zal bovendien heer van de dorpsheerlijkheid Markegem worden.

In het begin van de dertiende eeuw verhuisde de vooraanstaande Gentse patriciërsfamilie Utenhove de inboedel van haar hospitaal in Onderbergen naar de Bijloke. Enerzijds omdat het hospitaal te klein was geworden, maar ook wel omdat de stad Gent de zieken liever buiten de stadsomwalling wilde houden. Rond 1220 namen de predikheren (dominicanen) hun intrek in het verlaten hospitaal en werden buren van de familie Utenhove. Ze bouwden tussen Onderbergen en de Leie hun klooster met een grote (50 m x 30 m) kerk.

Hier werd Niklaas begraven. Hij kreeg een zerk van wit marmer met ingelegde koperen platen waarop onder andere een ridder in harnas en wapenrok was afgebeeld. Het grafschrift vermeldde het volgende:

Ende Mer Clais Utenhove, ruddere, raedt ende camerlinck ons gheduchts heeren, s’ hertoghen van Bourgoingne, grave van Vlaenderen, end zynen hooghbaillieu der stede van Brugghe ende van den lande van den Vrieu, die ghevangen was in den slagh van Nicopolis, met hertogh Jan, ende quam naer seven jaren weder, starf in ‘t jaer m. cccc. lvij, den xviij sporcle.

Niklaas Utenhove (†±1527)

Stamboom met enkele Utenhoves

De kleinzoon van vorige Niklaas heette ook Niklaas. Hij verwierf de heerlijkheid Markegem (of ter Kercken) in 1504. En zo werd hij dorpsheer van Markegem. De Utenhoves zouden deze titel twee eeuwen behouden.

Uutenhove (Nikolaas), heer van Markegem, was een zeer geleerd Gentenaar, die voorzitter van de raad van Vlaanderen werd, en met de grote Erasmus, wiens achting hij genoot, een werkzame briefwisseling onderhield. Hij heeft verscheidene Latijnse redevoeringen en verhandelingen geschreven, welke nooit gedrukt zijn geweest.1

Toen hij stierf, kreeg ook hij een plek in de Gentse Predikherenkerk, bij het tabernakel onder een blauwe zerk met ingelegde koperen platen. In het arduin lieten zijn kinderen beitelen dat hij heer van Markegem was.

Uit Gand. Église des Dominicains door Kervyn De Volkaersbeke (1858)

Zijn goede vriend Erasmus schreef voor Nicolaas twee grafschriften. Eentje in het Latijn en dan nog een in het Grieks. Hierin vraagt hij zich af waarom een stenen grafzerk nodig was voor iemand wiens verdiensten voor eeuwig gegrift staan in de herinnering van de mensen. Erasmus schatte de onvergankelijkheid van een zerk verkeerd in. Want in 1860 werd de Predikherenkerk “domweg” afgebroken. Er werd 300 kubieke meter arduin per schip afgevoerd. En zo verdween het gedenkteken, het μνημεῖον, voor Niklaas Utenhove. Die beroemde held en heer van Markegem!

Karel Utenhove (±1500-1580)

De inquisitie

Voordat de inquisitie jacht hield op de hervormingsgezinde Utenhovens, verbleven ze vaak in hun buitenverblijf in Markegem (*). Eigenlijk woonden ze in Gent op de Vrijdagmarkt.

Dat de inquisiteur Pieter Titelmans (1501-1572) tot zeven maal toe Markegem bezocht, wijst er toch op dat hij er ook ketters vermoedde. In alle geval had Karel Utenhove (1500-1580), heer van Markegem, sympathie voor de nieuwe leer en Titelmans had daar lucht van gekregen.

De Utenhoves verbleven soms op hun kasteel in Markegem. Op 25 mei 1557, in het holst van de nacht, viel de inquisiteur binnen op het kasteel van Markegem in de hoop er de edelman aan te treffen. Tevergeefs. Karel was niet thuis (of had zich goed verstopt?). Titelmans doorzocht er de bibliotheek maar kon geen ketterse boeken vinden. Knarsetanden liet hij dan maar een dagvaardingsbevel op de kasteelpoort spijkeren.

Uit Van de Wiele Johan. Itinerarium van inquisiteur Pieter Titelmans en zijn medewerkers (1547-1566).

Maar Karel zou hij nooit te pakken krijgen want die nam wijselijk de benen naar Duitsland.

In rusculum Marchemianum

In september 1546 schrijft de Markegemse dorpsheer Karel Utenhove zijn Poolse vriend Ioannes Dantiscus:

De me vero quid agatur, si forte rogas, scias. Imprimis valere me quidem atque ita instituisse vitam, ut a publicis negotiis, quantum potuerim, me subtraxerim, ac in rusculum quoddam meum Marchemianum recepisse meme Musis ac literariis studiis sacris potissimum, quicquid otii est, impendens, vocatus tamen interdum, et rei publicae meam operam pro virili accomodo.

Vrij vertaald:
Als je je afvraagt hoe ik het stel, dan moet je weten dat ik me goed voel en mijn leven zo heb ingericht dat ik me zoveel mogelijk heb teruggetrokken uit openbare zaken. Ik leef afgezonderd op mijn klein landgoed Markegem, waar ik mijn tijd zoveel mogelijk besteed aan de muzen en vooral aan heilige literaire studies. Ik word echter soms opgeroepen en zet me dan naar best vermogen in voor het algemeen belang.

Waaruit we leren dat de humanist Karel Utenhove Markegem in het Latijn schreef als Marchemianum.

Anna de Gruutere (1510-?) was de eerste vrouw van Karel Utenhove, heer van Markeghem (Ter Hoyen)

Dit is haar (Άννα Γρυθηρα) grafschrift.

Erasmus

Karel en zijn vader Nicolaas hadden een goede vriendschapsband met de humanist Erasmus. Deze Karel Utenhove, gestorven in 1580, wordt vaak als heer van Markegem aangeduid. Hij had ook een zoon Karel, gekend als de dichter. Deze laatste was heer van Nieuwland.

Antonius Sanderus vertelt een anekdote over de kennismaking van Hilaire Bertholf met Erasmus. Hilaire Bertholf was een Latijnschrijvende humanist, dichter en pestlijder (Ledeberg, eind 15de eeuw – Lyon, 1533).

Toen Erasmus tijdens een van zijn bezoeken aan Gent op een dag samen met Karel Utenhove, heer van Markegem, uit een kerk kwam, trad plots een man met een lange, felrood gestippelde dronkemansneus op hen af en overhandigde Erasmus een gedicht. Deze laatste las het en was er erg door gecharmeerd. Hij keerde zich naar Utenhove en fluisterde hem toe: “Wie zou ooit geloven dat een zo mismaakt uitziende kerel zulke verfijnde regels kan schrijven?”

Een brief van Karel Utenhove.

In 1585 verkocht Jacob, de zoon van Karel Utenhove, de heerlijkheden ter Hoyen en Markegem aan Pieter van Steelant.

  1. Uit “Algemeene levensbeschrijving der mannen en vrouwen van België welke zich door hunne dapperheid, vernuft, geest, wetenschappen, kunst, deugden, dwalingen of misdaden eenen naem verworven hebben sedert de eerste tyden tot den dag van heden” door C.-F.A. Piron ↩︎

Referenties
  • Dorpsgeschiedenis p 70-71
  • Van de Wiele Johan. Itinerarium van inquisiteur Pieter Titelmans en zijn medewerkers (1547-1566)
  • Decavele (Johan). De dageraad van de reformatie in Vlaanderen (1520-1565)
  • Janssen, W. Charles Utenhove: sa vie et son oeuvre (1536-1600)
Scroll to Top