Heel lang geleden had de jonkheid Karel-Philips Bruggeman, schepen van Markegem in het jonge België, het zo geschikt dat na zijn heengaan, bij wijze van een legaat, een lap landbouwgrond zou toekomen aan het Markegemse Bureau van Weldadigheid1. Het perceel genaamd de Saissen (B 254) lag dicht bij de idyllische Saeissenbeek en mat ongeveer 60 are. Zeg maar een klein voetbalveld. Echt een schone schenking, toch? Maar voor wat, hoort wat. In ruil hiervoor moest gezorgd worden voor zijn jaargetij waarbij roggebroden zouden uitgedeeld worden aan de armen van het dorp. En dat ten eeuwige dage.


Karel woonde (vermoed ik) op perceel B 303 in de Wakkenstraat. Hij stierf in juni 1858 en dus werd het legaat uitgevoerd.

Toen in 1974, meer dan een eeuw later, enkele sportieve jongelingen op zoek waren naar een voetbalveld voor hun ploeg P.A.V. Markegem vielen hun ogen op dit terrein. En dankzij burgemeester Van Lancker zagen ze hun wens in vervulling gaan. Voor het eerst kreeg Markegem een (scheef) voetbalveld om tegenstanders in de pan te hakken. Of om in de pan gehakt te worden.



En nu vraag ik me af: hoe zit dat nu met die jaargetijden van Karel? En dat roggebrood voor de armen? Want eeuwig, dat is wel voor altijd. Toch?
- Een voorganger van de C.O.O en het OCMW. ↩︎
Referenties
- Dorpsgeschiedenis p. 275-276, 309